Verenigingswerk - Artikel 17

De Vlaamse Sportfederatie ijverde jarenlang voor het statuut verenigingswerk. In de zomer van 2018 kwam er eindelijk een oplossing voor vele trainers, coaches, officials en andere sportbegeleiders. De Bijkluswet maakte het mogelijk om op een administratief gemakkelijke én fiscaal interessante manier verenigingswerkers in te schakelen en correct te vergoeden. Maar de euforie duurde niet lang. In april 2020 trok het Grondwettelijk Hof een streep door de Bijkluswet. In 2022 werd een nieuwe versie van het statuut verenigingswerk ingevoerd, namelijk het aangepaste statuut Artikel 17.

Acties en stand van zaken

  • Na de vernietiging door het Grondwettelijk Hof hebben de Vlaamse Sportfederatie en AISF (onze Waalse tegenhanger) een oproep gedaan naar de politiek om snel tot een oplossing te komen. Het kabinet van minister De Block en De Croo hebben snel gehoor gegeven aan onze oproep en betrokken ons in een nieuw wetsvoorstel voor het verenigingswerk.
     
  • Op dinsdag 29 september 2020 konden we op een hoorzitting in de commissie Sociale Zaken ons standpunt over het nieuwe wetsvoorstel geven. Samen met de collega's van AISF en ISB hebben we de noodzaak voor de sportsector aangetoond, een pleidooi gehouden voor het strikt afbakenen van de profielen die in aanmerking kunnen komen voor verenigingswerk. Als laatste hebben we zwaar aangedrongen op een administratief eenvoudig systeem.
     
  • Op woensdag 30 september 2020 werd het nieuwe regeerakkoord van de federale regering voorgesteld. Ook het verenigingswerk werd opgenomen: "We voeren in overleg met de betrokken sectoren een nieuwe regeling inzake verenigingswerk in, die in werking zal treden op 1 januari 2021. We houden hierbij rekening met de opmerkingen gemaakt door het Grondwettelijk Hof in haar arrest van 23 april 2020." Dit is uiteraard zeer positief en we zullen dan ook op korte termijn contact leggen met het kabinet van de nieuwe bevoegde minister Frank Vandenbroucke. 
     
  • Op dinsdag 18 november 2020 heeft minister Vandenbroucke zijn beleidsverklaring toegelicht in de Commissie Sociale Zaken. In de beleidsverklaring staat het volgende te lezen betreffende het verenigingswerk: "De wet van 18 juli 2018 “betreffende het economisch herstel en de versterking van de sociale cohesie”, betreffende onder meer het verenigingswerk, werd door het Grondwettelijk Hof nietig verklaard met ingang van 31 december 2020. In het licht van de lessen die uit dit arrest zijn getrokken, de beoordeling van voornoemde wet door de FOD Sociale Zekerheid en de recente adviezen van de Raad van State en de Nationale Arbeidsraad over het wetsontwerp nr. 50K1433 met betrekking tot het verenigingswerk, zullen we, in overleg met de betrokken sectoren, en in het bijzonder de sportsector, regels uitwerken die aansluiten op reeds bestaande regelgeving en die tegemoetkomen aan de specifieke noden van elke sector." . In de discussie heeft de minister aangegeven dat hij er nog steeds naar streeft om tegen 1 januari een al dan niet tijdelijke oplossing uit te werken voor o.a. de sportsector.
     
  • Op vrijdag 27 november 2020 vond er een eerste overleg plaatst tussen de Vlaamse Sportfederatie en het kabinet Vandenbroucke. We hebben de noodzaak voor een oplossing voor het verenigingswerk vanaf 1 januari 2021 nogmaals zwaar benadrukt. Een definitieve oplossing zou dan naar alle waarschijnlijkheid niet klaar zijn, maar het kabinet zoekt daarom naar een tijdelijke oplossing in afwachting van een definitieve regeling. Het kabinet gaf daarbij aan dat de Vlaamse Sportfederatie betrokken zal worden bij de uitwerking van zowel de tijdelijke als de definitieve regeling.
     
  • Op dinsdag 8 december 2020 herhaalden we in een open brief aan minister Vandenbroucke de nood aan een snelle oplossing. We maakten ook zelf aan het beleid een voorstel over met kant-en-klare amendementen op het voorliggende wetsvoorstel van Tania De Jonge om het wetsvoorstel volledig te enten op de sportsector. Dit in samenwerking met Joris De Wortelaer, de grondlegger van het semi-agorale statuut.
     
  • Op vrijdag 11 december 2020 werd door de meerderheid dan in de commissie Sociale Zaken een hele reeks amendementen ingediend. De amendementen hadden betrekking op de invoering van een extra 10% fiscale lasten en toevoegingen op vlak van arbeidsrecht. Deze amendementen werden door de Vlaamse Sportfederatie en Joris De Wortelaer gescreend en we formuleerden de grote pijnpunten in een persbericht.
     
  • In de commissie Sociale Zaken van 14 december 2020 werd het geamendeerde wetsvoorstel goedgekeurd door een meerderheid (13 stemmen 4, 1 tegen en 3 onthoudingen). Het voorstel werd ook enkele dagen later door de plenaire vergadering definitief goedgekeurd. De nieuwe regeling zal maximum tot 31 december 2021 gelden. Het komend jaar zal er gezocht worden naar een definitieve oplossing. Het BOIC, de Vlaamse Sportfederatie en AISF hebben in een gemeenschappelijk persbericht nogmaals laten blijken dat het gestemde wetsvoorstel geen oplossing biedt voor de sportsector.  
     
  • Begin februari 2021 werd het nieuwe platform voor het aangeven van het nieuwe verenigingswerk actief. De Vlaamse Sportfederatie heeft via webinars en een nieuwe brochure verenigingswerk de federaties en clubs geïnformeerd over de nieuwe wet. Daarnaast is er werk gemaakt van een nota met kant-en-klare amendementen om de nieuwe wet aan te passen en toepasbaar te maken voor de sportsector. Het nieuwe verenigingswerk zou echter enkel in 2021 gelden. Er moest dus dringend een nieuwe oplossing.
     
  • In 2021 gingen de onderhandelingen over een definitieve oplossing verder. De federale regering keek daarbij naar een piste om het huidige statuut van artikel 17 (ook gekend als de 25-dagen regeling) aan te passen, zoals door de Nationale Arbeidsraad adviseerde. Gedurende 2021 raakte men het maar niet eens over de fiscaliteit en de arbeidsvoorwaarden. Daarom trokken de Vlaamse Sportfederatie en de Federatie (sociaal-cultureel werk en amateurkunsten) gezamenlijk aan de alarmbel via een persbericht, met de vraag om sneller werk te maken van een oplossing.
    .
  • Na maanden getouwtrek is er binnen de schoot van de federale regering op vrijdag 26 november 2021 een akkoord over een definitieve regeling vanaf 2022. De regering volgt hierin het advies van de sociale partners om artikel 17 (de 25-dagen regeling) uit te breiden en te vereenvoudigen, waardoor ook verenigingswerkers in de toekomst deze regeling kunnen gebruiken. De 25-dagen regeling is een reeds bestaande methode waarmee men losse medewerkers kan inschakelen. Om tegemoet te komen aan de noden van organisaties en verenigingswerkers in de sport- en socio-culturele sector diende de regeling echter aangepast te worden. Zo besliste de regering om het maximum aantal dagen om te zetten naar uren. Dit maakt het systeem flexibeler. Voor de sportsector is het aantal uren dat men verenigingswerk kan doen vastgelegd op 450 uur. Ook de fiscale regeling binnen artikel 17 wordt aangepast. De verenigingswerker zal 10 procent personenbelasting moeten betalen. Gezien verenigingswerkers binnen artikel 17 werknemers zijn, werd ook de arbeidswetgeving van toepassing. Dat betreurt de Vlaamse Sportfederatie, aangezien dit complexe materie is voor vrijwillige clubbestuurders.
     
  • Op 7 april 2022 werden de applicaties gelanceerd waarmee een werkgever de prestaties van de verenigingswerker kan ingeven alsook een applicatie waar de verenigingswerker de gewerkte uren kan opvolgen. De officiële website www.verenigingswerk.be werd aangepast aan de nieuwe realiteit.
     
  • In de zomer van 2022 bereikten ons de eerste berichten van sportclubs die een boete in de bus kregen van Fedris, het federaal agentschap voor beroepsrisico’s. De boete gaat meestal over het ontbreken van een arbeidsongevallenverzekering voor personen in de club die tewerkgesteld worden onder artikel 17 (het nieuwe verenigingswerk) vanaf 1 januari 2022. Lees hier hoe de Vlaamse Sportfederatie deze betreurenswaardige boetes heeft aangeklaagd en wat je als club kan doen indien je zelf een boete hebt gekregen van Fedris.
  • De Vlaamse Sportfederatie blijft bij beleidsmakers de nood aan een statuut op maat van de sportsector benadrukken. Sportclubs die gebruiken maken van het nieuwe verenigingswerk, moeten werkgever worden met alle daarbij horende verantwoordelijkheden, administratie en wetgeving. Dat maakt de regeling te complex voor vrijwillige clubbestuurders. Dat blijkt ook uit de cijfers van het gebruik van dit statuut: we stellen een gemiddelde daling van 50% van het gebruik binnen de socioculturele sector vast.

Ondersteuning

Vanuit de Vlaamse Sportfederatie bieden we via onze gebruikelijke kanalen informatie aan rond dit onderwerp (brochure, bijscholing, begeleiding) voor sportclubs en sportfederaties.

Contact

Heb je vragen of meer informatie nodig?
Contacteer Tars Vanstraeseele via tars@vlaamsesportfederatie.be of 09 396 80 60.

Afbeelding
Tars Vanstraeseele