Begrotingstips op federaal niveau

Politici kunnen een belangrijke rol spelen om de georganiseerde sportsector te versterken én zo de positieve effecten op economie, gezondheid en welzijn te capteren.

Wij geven begrotingstips mee op federaal niveau waarmee echt het verschil gemaakt kan worden.

  1. Stimuleer schenking of sponsoring
  2. Zet in op belastingsaftrek lidgelden
  3. Zet in op extra btw-vrijstellingen
  4. Stimuleer sport via werkgevers
  5. Verlaag fiscale drempels voor sportkampen/ stages

 

Afbeelding
Federaal

1. Stimuleer Schenking of sponsoring door particulieren en bedrijven 

Sportclubs en sportfederaties zijn sterk afhankelijk van sponsors voor het dekken van hun kosten.  

We stellen voor om de sponsoring van een sportclub of sportfederatie interessanter te maken voor particulieren. Een eerste doelgroep is immers het eigen ledenbestand en de daaraan verbonden netwerken. Zoals uiteengezet in de socio-economische studie, resulteert georganiseerd sporten vaak in een sterk en samenhangend sociaal netwerk, waarbij het groepsgevoel en ook de extra-sportieve activiteiten of ondersteuning op persoonlijk vlak slechts enkele van de voordelen zijn.

  • Concreet denken we aan een belastingvermindering in de personenbelasting voor schenkingen aan sportclubs. Een dergelijke fiscale gunstmaatregel bestaat op vandaag nog niet. 
  • Men zou zich voor deze belastingvermindering kunnen laten inspireren door de bestaande belastingvermindering (ten belope van 60%) in de personenbelasting wanneer particulieren een gift doen aan een erkende instelling.  

Een tweede voorstel is om sponsoring ook interessanter te maken voor bedrijven. Dit vereist een ingrijpen in de vennootschapsbelasting. Binnen de vennootschapsbelasting is sponsoring momenteel immers enkel onder bepaalde voorwaarden fiscaal aftrekbaar. Een gift daarentegen, dus een belangeloze schenking (in geld of natura) is in de regel niet fiscaal aftrekbaar. 

  • Concreet vragen we om van het onderscheid tussen de sponsoring en giften voor fiscale doeleinden af te stappen wat sportclubs en sportfederaties betreft, m.a.w., gelden of geschenken in natura die worden overgemaakt aan sportclubs of sportfederaties (eventueel mits bepaalde voorwaarden) zouden dan per definitie volledig fiscaal aftrekbaar moeten zijn voor ondernemingen. Bedrijven gaan zo sneller geneigd zijn om een sportclub of sportfederatie financieel te ondersteunen en hebben daarbij dan de vrijheid of ze hier al dan niet een commerciële insteek wensen toe te voegen.

  • Het kan bovendien worden overwogen om deze fiscale aftrek voor giften ten aanzien van sportclubs nog verder te stimuleren door de fiscale aftrek te verhogen (bijvoorbeeld een verhoogde fiscale aftrek van 1XX%).  

2. Zet in op belastingsaftrek lidgelden 

De voornaamste inkomstenbron voor sportclubs is de lidgelden. Om een stijging van het aantal leden te bekomen is het belangrijk om te begrijpen wat potentiële leden weerhoudt om zich aan te sluiten bij een sportclub. De kostprijs van het lidmaatschap kan hier een belangrijke drempel zijn.  

Een voorstel om het aantal leden te doen toenemen, bestaat er daarom in om een fiscale stimulus te bedingen die de nettokost van een lidmaatschap kan drukken. Momenteel bestaat een dergelijke maatregel nog niet voor lidgelden van sportclubs. 

  • Concreet vragen we om een belastingvermindering in de personenbelasting voor lidgelden van sportclubs in te voeren.  

3. Zet in op extra Btw-vrijstellingen

Voor kleine ondernemingen  

In principe moet btw worden toegepast op alle inkomsten (verkoop van goederen, uitvoeren van diensten) tenzij een vrijstelling van toepassing is. De btw-wetgeving voorziet een specifieke vrijstelling voor sportclubs. Die vrijstelling is echter zeer strikt, waardoor ze vaak niet kan worden toegepast op alle activiteiten die worden verricht door een sportclub. Bijgevolg zijn er zowat in elke sportclub inkomsten die niet onder een btw-vrijstelling kunnen vallen, en waarop principieel dus btw zou moeten worden aangerekend. Hierbij denken wij onder meer aan de inkomsten uit de kantine (zie verder), de verkoop van clubkledij, sponsorgelden met tegenprestatie, enz.  

​Naast de specifieke vrijstelling, kunnen sportclubs ook een beroep doen op de regeling voor kleine ondernemingen indien de belastbare jaaromzet (i.e. de omzet die niet van btw kan worden vrijgesteld) van de sportclub niet meer bedraagt dan €25.000. Indien de regeling voor kleine ondernemingen kan worden toegepast, kan de sportclub ook de inkomsten waarop principieel btw zou moeten worden aangerekend toch vrijstellen van btw. Aan de andere kant kan de sportclub in dit geval geen btw recupereren op de uitgaven die ze heeft verricht. In praktijk merken wij dat de belastbare omzet van sportclubs vaak de drempel van €25.000 overschrijdt.  

  • Wij stellen voor om het grensbedrag voor de toepassing van deze regeling op te trekken (dit kan tot €85.000 volgens de Europese Raad). Op deze manier kunnen meer sportclubs gebruik maken van deze regeling en blijven zij bespaard van alle btw-verplichtingen die volgen wanneer de drempel wordt overschreden.

Versoepeling voor kantines 

Sportclubs kunnen op dit moment de inkomsten uit de verkopen in de kantines vrijstellen van btw indien aan enkele strikte voorwaarden wordt voldaan. Dit betekent dat de sportclubs geen btw dienen aan te rekenen op de verkopen in de kantine, waardoor de prijzen in de kantine voor de sporters en bezoekers kunnen worden beperkt. Eén van de voorwaarden om deze btw-vrijstelling te kunnen toepassen houdt in dat de inkomsten van de kantine niet meer dan 10% van de (btw-vrijgestelde) omzet mogen bedragen. In praktijk merken wij dat de inkomsten uit de kantine voor sportclubs vaak onontbeerlijk zijn om de goede werking van de sportclub te garanderen, en dat deze vaak dan ook een groter deel van de omzet van de sportclub vormen dan 10%.  

  • Om ook sportclubs, waarbij de inkomsten van de kantine een groot deel van de omzet bedragen de kans te geven om te genieten van de btw-vrijstelling, stellen wij een versoepeling voor van de btw-vrijstelling op de inkomsten uit de kantines, specifiek voor sportclubs. Op dit moment bestaat zo reeds een specifieke regeling voor bijvoorbeeld jeugdhuizen, waar de omzet uit de kantine kan worden vrijgesteld van btw zolang deze de drempel van €80.000 per jaar niet overschrijdt.  

4. Stimuleer sport via werkgevers 

Sportcheques  

Een mogelijkheid om het aantal leden te doen toenemen kan erin bestaan om sport te stimuleren en promoten door en middels de werkgevers. Werkgevers hebben er immers baat bij dat hun werknemers sporten; het draagt bij tot de creatie van een groepsgevoel, sociale cohesie en wederzijds respect. Het maakt met andere woorden van hun werknemers betere teamspelers. Bovendien verhoogt het ook het mentaal welzijn en het zelfvertrouwen van de werknemer en zijn sportende werknemers doorgaans ook gezondere werknemers. In de socio-economische impactstudie werd zo ook aangetoond dat georganiseerd sporten zorgt voor een hogere fysieke fitheid en dat het risico op fysieke chronische aandoeningen vermindert. Gezien op mentaal vlak ook een boost in het zelfvertrouwen en lichaamsbeeld kan worden bereikt, zijn er ook reducties tot wel 30% van het risico op mentale chronische aandoeningen. In deze zin zouden werkgevers ook preventief een inspanning kunnen doen onder de noemer van sport.  

  • Wij vragen een verbetering van de bestaande regeling inzake sportcheques. Inspiratie hiervoor kan worden gevonden bij consumptiecheques die uitgegeven werden naar aanleiding van de Covid-19 pandemie. Deze waren volledig als beroepskost aftrekbaar voor de werkgever, en vrijgesteld van sociale zekerheidsbijdragen en bedrijfsvoorheffing voor de werknemer. 

Flexibele verloning 

Een tweede mogelijkheid bestaat erin om werkgevers meer te stimuleren om sport toe te voegen als onderdeel van flexibele verloningsplannen. Bij flexibele verloningsplannen kunnen werknemers naar eigen wensen à la carte kiezen uit een aantal voordelen of vergoedingen. Momenteel bevat dit slechts occasioneel mogelijkheden tot meer sport (bv. onder de vorm van sportlessen of een sportabonnement). Indien de keuze hier zou worden verbreed, naar bijvoorbeeld cheques of kortingsbonnen die ruim en zonder voorwaarden toepasbaar zijn voor alle type sportclubs, zet dit werknemers nog meer aan tot sporten. 

  • Wij vragen om een bredere toepassing van sport als onderdeel van flexibele verloningsplannen.

5. verlaag fiscale drempels voor sportkampen

Leeftijdsgrens sportkamp/ stage optrekken 

Een voorname inkomstenbron voor sportclubs is de organisatie van sportkampen en stages. Een optimalisatie van deze inkomstenstroom kan worden bereikt door het aantal kinderen en jongeren die deelnemen aan sportkampen en stages te doen toenemen. Daarom vragen we om bepaalde drempels te verlagen. 

  • Momenteel bestaat er een belastingvermindering voor kinderopvang. Hierbij komen ook jeugdwerkverenigingen en sportorganisaties in aanmerking. Deze belastingvermindering geldt voor kinderen jonger dan 14 jaar en is gelimiteerd tot €13,70 per kind per oppasdag (voor aanslagjaar 2022). Ons voorstel bestaat erin om deze fiscale stimulus interessanter te maken voor de sportsector, door bijvoorbeeld de leeftijdsgrens op te trekken naar 18 jaar en/ of om het grensbedrag per oppasdag te verhogen naar bijvoorbeeld €18 per kind per oppasdag.