Patrimoniumtaks voor vzw's

Wie moet deze taks betalen? 

In principe is de patrimoniumtaks beperkt tot vzw's en private stichtingen. Elke sportclub of sportfederatie (in de vorm van een vzw) is er met andere woorden aan onderworpen. Handelsvennootschappen en feitelijke verenigingen betalen deze vermogensbelasting niet.

Welk vermogen wordt belast?

De belastbare grondslag bestaat uit het 'geheel van de bezittingen' van je sportclub. Dit gaat zowel om gebouwen als om geld dat niet meteen gebruikt wordt in je vzw.

Tot en met 2023 betaalde elke sportclub of sportfederatie met een vermogen van meer dan 25.000 euro een vlakke taks van 0,17 procent op het vermogen. De nieuwe regelgeving stapte daar in 2024 vanaf en werkt nu progressief. De vrijgestelde grens voor de  taks werd verhoogd naar 50.000 euro.

•    < 50.000 euro: vrijgesteld (vroeger < 25.000)
•    50.000 tot 250.000 euro: 0,15% (vroeger 0,17%)
•    250.000 tot 500.000 euro: 0,30% (vroeger 0,17%)
•    > 500.000 euro: 0,45%

Neutralisering van het nieuwe tarief voor de sportsector

Na druk uit onder meer de sportsector, werd de hervorming eind december 2023 nog bijgestuurd. Hierdoor wordt 62,3 procent van het vermogen van sportclubs en federaties onder enkele voorwaarden vrijgesteld. En telt uiteindelijk slechts 37,7% van het patrimonium mee waardoor kleine vzw's in veel gevallen niks meer betalen. Voor (zeer) grote vzw's blijft de belastingdruk gelijkaardig aan de periode voor de hervorming. Het 37,7 % van het nieuwe maximumtarief is ongeveer gelijk aan de oude vlakke taks van 0,17%.

Om te kunnen genieten van deze gedeeltelijke vrijstelling voldoet je sportclub of federatie aan de 3 voorwaarden van de btw-vrijstelling onder artikel 44, §2, 3°.

De organisatie:

• is een exploitant van een sportinrichting en biedt dus infrastructuur en begeleiding aan zijn leden;
• heeft geen winstoogmerk;
• gebruikt zijn inkomsten uitsluitend om de kosten te dekken van sporters in zijn sportinrichting.

Val je slechts gedeeltelijk onder deze vrijstelling (gemengd btw-plichtigen en kleine ondernemers)? Dan moet minstens de helft van je omzet zijn vrijgesteld op basis van artikel 44, §2, 3°.

Kom je zelf niet in aanmerking voor deze btw-vrijstelling maar wordt minstens 75 procent van je patrimonium gebruikt door een instelling die wel voldoet aan de voorwaarden? Dan is opnieuw 62,3 procent van je vermogen vrijgesteld voor de belastbare grondslag van de patrimoniumtaks.

Het is ook in 2025 nog niet helemaal duidelijk op welke manier deze vrijstellingen praktisch moeten toegepast worden. Zo zijn er nog heel wat vragen hoe de belastinggrondslag in de praktijk moet bepaald worden. Heb je hier ook vragen bij, neem dan contact op met je lokaal kantoor rechtszekerheid.

Deze onduidelijkheden zorgen voor verschillende interpretaties bij de inspecteurs. Om een gelijke behandeling door de verschillende inspecteurs te kunnen garanderen is de Vlaamse Sportfederatie vragende partij dat de FOD Financiën een duidelijke omzendbrief voor zijn inspecteurs uitschrijft.